Waarom in Deraa* of all places?” vroeg ik.
De mensen in Deraa”, zei Hamed, “vormen een sterk tribale gemeenschap. Ze hebben hun eigen regels en zijn gewend hun zaken zelf af te handelen. Van de overheid in Damascus moeten ze niets hebben. Dus ja, wat denk je dat er gebeurt als deze mensen horen dat hun jonge kinderen vanwege het kladden van leuzen op muren vastgezet zijn op het politiebureau en ernstig mishandeld zijn? Afgetuigd werden ze, nagels werden uitgetrokken, van sommigen zijn de genitalien afgesneden! Daar worden mensen toch razend van? Daarom zijn ze en masse naar het politiebureau getrokken om verhaal te halen. Daar kijkt de overheid van op. Ze zijn hier niet gewend dat burgers voor hun eigen rechten durven op te komen. Dus de overheid, die toch al onder spanning staat omdat ze weten wat er in andere Arabische landen aan de gang is grijpt, volgens goed gebruik onder Assad, keihard in. Niet praten maar schieten. Binnen 24 uur waren de eerste doden gevallen“.
Zo begon dus de Syrische opstand. Niet in Damascus, maar in Deraa.

Syrie dar Zamarya3


Sinds 1995 begeleid ik groepen op hun rondreis door het Midden-Oosten: vanaf Marokko in het westen tot en met Iran in het oosten.
Van alle landen in het MO is Syrië mijn favoriete bestemming: De Syriërs zijn open minded, ondernemend en vriendelijk; de Syrische geschiedenis is boeiend en haar sporen zijn overal nog zichtbaar. Door de instroom van veel volkeren door de eeuwen heen is er sprake van een grote cultuurrijkdom. In Syrie is heel veel te zien en te ontdekken.
Er zijn de tastbare overblijfselen te vinden van tempels en tombes, stadsmuren en colonadestraten, kerken, moskeeen en madrassa’s. Ottomaanse paleizen met sfeervolle binnentuinen zijn verstopt in de grote steden. Archieven van duizenden kleitabletten met waardevolle informatie kwamen onder het zand vandaan. De archeologische musea van Damascus en Aleppo herbergen talloze unieke artefacten en hun collecties horen bij de top tien van archeologische collecties ter wereld.
Daarnaast zijn er duizenden kleine en grote vindplaatsen die als archeologisch waardevol getraceerd zijn maar waar nog geen nader onderzoek heeft kunnen plaatsvinden. Veel ligt er dus nog begraven onder het zand. Vóór het uitbreken van de opstand werd er jaarlijks door een Italiaans/ Syrische expeditie gegraven naar Qatna, dicht bij Homs gelegen. Dit is de 4e stad in het land die dateert uit de Bronstijd. In het noorden van Syrië, dicht onder de grens met Turkije, is Peter Akkermans, hoogleraar archeologie Nabije Oosten te Leiden, al jaren bezig met het blootleggen van Tell Sabi Abyad met bouwlagen uit het 7e millenium BC.
Redenen genoeg dus om naar Syrië te reizen. En dat kon tot april 2011.

dag3 palmyra (Medium)


Bakermat van de beschaving
De geschiedenis van Syrie laat zich lezen als een spannend boek .
Ca 10.000 jaar geleden begon in het zuiden van Mesopothamie, het gebied tussen en langs de Eufraat en Tigris (delen van het huidige Syrie en Irak)het Neolithicum : het tijdperk waarin mensen zich op een vaste plek gaan vestigen. Men gaat landbouw bedrijven in plaats van vruchten en granen verzamelen en dieren fokken in plaats van op dieren te jagen.


In het 4e millenium was er als gevolg van de welvaart sprake van sterke bevolkingsgroei. Ook was het nodig de akkers te herverkavelen na het natte seizoen. Daarnaast was gemeeenschappelijke aanleg en onderhoud van irrigatie systemen nodig. Dit alles maakte een nieuw instituut noodzakelijk: centraal gezag.
Dit gezag hield zich aanvankelijk bezig met het regelen van agrarische zaken: zaaien, bevloeien,oogsten. Vervolgens werden er religieuze regels vastgesteld. En langzaam maar zeker kreeg de overheid steeds meer greep op de samenleving.
Ook de ontdekking van het wiel en de ontwikkeling van het schrift vinden hier hun oorsprong. Al deze uitvindingen vonden via de handelsroutes hun weg naar Europa en droegen bij aan de ontwikkeling van de bewoners daar.
Door haar strategische ligging op het raakpunt van 3 werelddelen, door haar vruchtbare grond en hoog beschavingsniveau was Mesopotamië en omgeving aantrekkelijk genoeg om veroverd te worden door steeds nieuwe heersers. Daarnaast veroorzaakten volksverhuizingen en de handelsroutes instroom van nieuwe volkeren. Iedere groep nieuwkomers voegde eigen elementen toe aan de bestaande cultuur en droeg bij aan de veelzijdigheid ervan.
Door de input van steeds nieuwe stammen en volken met hun eigen identiteit, ideeen, geschiedenis,taal, religieuze gebruiken en ontwikkelingsfase werd deze regio tot een van de meest dynamische gebieden ooit in de geschiedenis.


Steeds nieuw veroveraars
Rond 2500 BC komen semitische stammen uit zuid Arabië binnen: Akkadiers, Amorieten en Canaanieten. Later volgen Babyloniers en Hittieten.
Vanaf het begin van de IJzertijd (ca 1200 BC)arriveren achtereenvolgens de Arameeen en Assyriërs, de Neo Babyloniers, de Perzen,de Grieken en de Romeinen. De Byzantijnen worden verdreven door de islamitische legers.
Vanaf de 11e eeuw verschijnen de eerste Turkstalige stammen afkomstig uit centraal Azie: de Seljukken,
Gedurende de 11e en 12e eeuw, vindt in Syrie en Palestina strijd plaats tussen de Kruisvaarders en de islamitische bevolking..
Midden 13e eeuw en 14e eeuw teisteren de Mongolen dit gebied.
Vanaf 1504 staat Syrie ruim 4 eeuwen lang onder gezag van de Turkse Ottomanen. Na het einde van WOI wordt Syrie mandaatgebied onder het Frankrijk.
In 1946 werd Syrie onafhankelijk.

C (Medium)

Politiek van de Franse bezettingsmacht: Verdeel en heers
De laatste vreemde mogendheid die in Syrië heerste was Frankrijk. De franse militairen troepen arriveerden in 1920 in Syrie. Zij verdeelden het land in 4 regio’s om nationalistische sentimenten te ontmoedigen. Het deel Libanon, overwegend christelijk en pro frans werd volledig afgescheiden. Het kustgebied met Lattakia waar voornamelijk Alawieten woonden en Jebel Druze waar de Druzen woonden kregen vérgaande autonomie en de belofte van onafhankelijkheid in de toekomst. De rest van het land, het grootste deel, werd een provincie die merendeels door Sunni moslims werd bewoond.
Omdat de Fransen beducht waren voor Sunni overheersing deelden ze systematisch alle hoge posten in leger en bestuur toe aan de Christelijke-, Alawietische- en Druzen minderheden.
De Alawitische machtspositie in het bestuur en hun oververtegenwoordiging in het leger nu vinden in deze politiek haar wortels.

In 1946 eindelijk zelfstandig. Het land was arm, was een lappendeken van etnische en religieuze groeperingen en er was niets wat je een nationale identiteit kon noemen. In de jaren na de onafhankelijkheid volgden de staatsgrepen elkaar dan ook snel op. Bij iedere coup werd de positie van het leger, waarin de Alawieten domineerden, sterker. Uit de eerste roerige decennia van de jonge staat kwam Hafez al Assad, afkomstig uit Lattakia, opperbevelhebber van de luchtmacht, boven drijven. Door ambitie, meedogenloosheid en sluwheid kreeg hij in de jaren 60 steeds meer macht in handen: hij elimineerde zijn tegenstanders en zo nodig ook zijn voormalige medestanders. Zijn macht steunde slechts op de Alawieten, minder dan 10% van de bevolking. Dat verklaart ook het instellen van de veiligheidsdiensten: hij wist als geen ander hoe tijdelijk en kwetsbaar macht kan zijn. Door de veiligheidsdiensten ruim te belonen voor hun diensten kocht hij hun loyaliteit. De corruptie waarmee de Syrische maatschappij is doordrenkt is hier een logisch gevolg van.
De veiligheidsdiensten, muchabarath, zijn een staat in de staat tot op de dag van vandaag. Volgens schattingen zou 15% van de beroepsbevolking in leger en Muchabarath werkzaam zijn. En er zijn vele duizenden burgers die als informant (moeten) werken. Het heeft de Syriërs behoedzaam gemaakt. Over politiek en het leiderschap wordt niet gesproken, tenzij je alleen met intimi bent op een veilige plek. Iedereen kan een verrader zijn.


In 1971werd Hafez al Assad president. De belangrijkste functies werden toegedeeld aan zijn familie en de alawitische elite. Ondanks de vérgaande repressie bracht zijn regime, door de continuiteit ervan, een zekere rust.
De Syrische bevolking hield hij in een ijzeren greep: veel(vermeende) tegenstanders liet hij gevangen zetten. De macht van de veilgheidsdiensten was groot. In het laatste decennium van zijn ambtsperiode- nl ná de Koeweit oorlog waarin Syrie tégen Iraq en vóór Koeweit koos- was er sprake van lichte détente en liberalisering: volkshuisvesting werd door de overheid uit handen gegeven aan particuliere investeerders; tourisme kwam voorzichtig op gang, buitenlandse ondernemers mochten zich tegen aantrekkelijke voorwaarden in Syrie vestigen.
Maar hij bleef een wantrouwig politicus, nooit tot compromissen bereid. Hij maakte het Westen tot zijn vijand en isoleerde zich ook binnen de Arabische wereld.
Zijn opvolging door zijn zoon Beshar in 2000 verliep praktisch naadloos.
Aanvankelijk was er hoop op hervormingen, op een liberale koers, op het opheffen van de noodtoestand.In het eerste jaar van zijn bestuur waren er kleine hervormingsmaatregelen die verwachtingen wekten.Daarna werd duidelijk dat Beshar het bewind op ouderwetse wijze zou voortzetten. Belanghebbenden achter de gordijnen dwongen hem de oude politiek te handhaven.
Beshar heeft hetzelfde compromisloze als zijn vader . Onderhandelen met hem is niet mogelijk.
Hij lijkt koste wat kost aan de macht te willen blijven, zelfs als daarvoor een groot deel van zijn volk en land moet vernietigen.

Damascus
Damascus is de grootste stad van Syrië. De stad claimt, evenals Aleppo, al 5000 jaar onafgebroken bewoond te zijn. De oude binnenstad van Damascus is opgenomen in de UNESCO World Heritage List.
Ibn Jubyar, Arabisch ontdekkingsreiziger, geograaf en dichter, afkomstig uit Andalusie, kwam in 1198 in Damascus en schreef:
als het paradijs op aarde bestaat dan moet het Damascus zijn.
Het vele water dat in stroompjes van de Kassiunhellingen naar de oase Al Ghuta, waarin Damascus ligt, vloeide en de talrijke boomgaarden en tuinen deden hem denken aan de beschrijving van het paradijs zoals die in de koran staat. (sura 13.35)
Dit groene karakter heeft Damascus weten te behouden tot begin jaren 70. Daarna moesten de tuinen wijken voor grote aantallen nieuwe inwoners. De bevolking groeide van 800.000 in 1970 naar ca 3 miljoen inwoners nu. Er zijn meerdere oorzaken van de snelle groei aan te wijzen: hoge geboortecijfers en de trek vanaf het platteland naar de stad. Maar ook de burgeroorlog in Libanon veroorzaakte een vluchtelingen stroom naar Syrie. De vernietiging van Quneitra in 1973 tijdens de Jom kippoer oorlog verjoeg 400.000 mensen uit de Golan. Bij dit alles kwam ook nog de gestage instroom van Palestijnse vluchtelingen. Ook arriveerden grote aantallen Iraakse vluchtelingen. Als laatsten kwamen boeren uit het noordoosten, verdreven van hun land na jaren van dramatische droogte.
Aan de randen van Damascus groeiden nieuwe, overbevolkte wijken, waar werkloosheid en onvrede hand in hand gingen.
Deze schaalvergroting maakte van Damascus een grote, overbevolkte stad.

P1020890 (Medium)
Bedreigde erfenis.
Er zijn talloze plekken in de stad die sporen van de geschiedenis vertonen: Tijdens een eenvoudige wandeling door de oude stad van Damascus komt de bezoeker Romeinse zuilen en bogen tegen. De citadel dateert uit de 13e eeuw. In de plattegrond van de stad is nog het hellenistische straten patroon terug te vinden. De toegangspoorten in de ommuring van de stad zijn Romeins. De Tekkiya is een ontwerp van de Turkse bouwmeester Sinan. Bij de oostelijke poort is de kerk van Ananias, een van de oudste christelijke kerken te vinden. Ottomaanse stadspaleizen met sfeervolle binnentuinen staan her en der in de binnenstad.
De Ommayyaden moskee in het hart van de oude stad dateert uit de 8e eeuw; is opgetrokken op dezelfde plek waar eerder een christelijke kerk, de Romeinse Jupiter tempel en een Arameesche tempel stonden. In de architectuur en de schitterende mosaiek decoraties van deze moskee is de hand van Byzantijnse kunstenaars te herkennen. De moskee is een van de parels van de oude binnenstad. Voor moslims is dit na Mekka, Medina en Al Quds ( Jerusalem ) de 4e heilige plaats van de islam. Altijd zijn er gelovigen in de koele gebedshal. Ook komen er veel pelgrims uit oa Iran. Naast de moskee is het mausoleum van Saleh al Din, fraai gedecoreerd met Perzische tegels. Dit is slechts een greep uit de historische monumenten die in Damascus te vinden zijn. In één ochtend doorloop je met gemak vierduizend jaar historie.
syrie museum Doura 2 (Medium)
Door bomaanslagen op vitale punten in de stad is er in Damascus grote schade aangericht en vielen er veel slachtoffers. Onduidelijk is of de regering, dan wel de rebellen voor de aanslagen verantwoordelijk zijn. Het leger richtte zich eerst op Douma** en de zuidelijke,arme buitenwijken. Vervolgens werd Midan** plat gebombardeerd. De aanvallen komen steeds dichter bij de oude wijkenl van de stad. Eind oktober was er een bomaanslag bij Bab Touma, in de christelijke wijk, binnen de muren dus.
De dreiging voor de stad en haar bewoners wordt steeds groter. Als de Ommayyaden moskee beschadigd raakt of erger zal dat zeer heftige emoties en reacties losmaken.

Aleppo
Je moet de schoonheid van Aleppo kennen, cq gekend hebben, om te begrijpen hoe ernstig de schade is die de oorlog hier heeft aangericht.

souq aleppo destroyed (Medium)
Aleppo ligt in het noordwesten van Syrie, ca 45 km van de Turkse grens en ruim 100 km van de Middellandse Zee. Aleppo claimt, net als Damascus, de afgelopen 5000 jaar continu bewoond te zijn. Aleppo is een van de oudste steden ter wereld. Haar wortels gaan terug tot het 6e millenium BC. De eerste schriftelijke vermelding is te vinden in teksten gevonden in Mari. (De stadstaat Mari, gelegen aan de Eufraat dateert uit de vroege Bronstijd).
Aleppo is groot geworden dankzij de handel: vanaf het midden 2e mill BC kwam de handel via de handelswegen tussen het Middellandse Zeegebied enerzijds en de kusten van China anderzijds goed op gang. Aleppo diende als rust en stopplaats voor karavanen en voor de transitohandel.
Tot de grote cultuurmonumenten hier hoort de citadel, waarvan de oudste delen uit het 6e millenium BC stammen. Enkele jaren geleden werd op de citadel een Hittitische tempel ontdekt en blootgelegd.
De oude stad binnen de muren staat op de UNESCO World Heritage List.
De grote overdekte markt, “souq” in Arabisch,waarvan de oudste delen dateren uit de 13e eeuw, geeft dynamiek aan de stad, is trefpunt van stad en platteland, raakpunt van Oost en West. Het is ook een grote trekpleister voor buitenlandse bezoekers. Vooral tegen de avond is de sfeer bijzonder: om de hoek van een steegje verwacht je Aladdin met zijn wonderlamp te zien.
De oudste delen van de souq zijn met fraaie stenen gewelven overkapt.
In een groot deel van de markt worden hedendaagse producten verkocht ; er is ook een sectie die zich speciaal richt op de beduinen bevolking: hier vindt men zakken, touwen en alle benodigdheden voor de tent .
De totale lengte aan winkelstraat is meer dan 7 km en er zijn duizenden winkeltjes gevestigd. De winkels zijn per branch gegroepeerd: goud bij goud, kruiden bij kruiden etc. Naast winkels zijn er ook badhuizen en kleine moskeetjes in de souq. Vanuit de souq is er ook een toegang tot de grote, 8e eeuwse Ommayyaden moskee. Binnen de souq wordt ook de fameuze olijfzeep van Aleppo gefabriceerd. En hier en daar stuit je op enorme deuren: daarachter liggen khans: opslagplaatsen voor aangevoerde goederen, rustplaats voor mensen en dieren van de karavaan. Aan de naam is te zien voor welke goederen de khan bestemd was: Khan Zabun voor de handel in de Aleppo zeep, Khan al Nahaseen voor de kopersmede etc. Via Khan al Khumruk( tolheffing) kwamen alle buitenlandse goederen binnen. In de 16e en 17e eeuw waren hier consulaten en en handelshuizen gevestigd van o.a. Frankrijk, Nederland en Engeland.
portaalgebouw citadel Aleppo (Medium)
De aanvallen van het leger hebben zich wekenlang op Aleppo geconcentreerd. Veel woonwijken zijn compleet vernietigd. De stad lijkt grotendeels ontvolkt : de inwoners zijn dood of gevlucht. De straten worden alleen nog door strijders van beide partijen bevolkt. De schade aan culturele erfschatten is alarmerend. De souq is getroffen door bommen en deels uitgebrand. De zeepindustrie is vernietigd.
Ook de Ommayyaden moskee, nog niet lang geledenweer in gebruiik genomen na langjarige restauratie, is in vlammen op gegaan.
Dar Zamariya en Dar Sissi, charmante stadspaleizen uit de 16e eeuw, in gebruik als exclusieve hotels, zijn door bommen en brand onherstelbaar beschadigd, evenals Armeense kerken in dezelfde wijk.
Er zijn bommen in de tuin van het archeologisch museum terecht gekomen, daardoor is er ook schade aan het gebouw. De collectie in het museum is nu kwetsbaarder dan ooit.

Requiem voor een stad
Ook Aleppo werd door Ibn Jubayr bezocht.
Zijn beschrijving van Aleppo leest als een gedicht , een requiem dat vandaag geschreven zou kunnen zijn:
De stad is oud als de eeuwigheid en toch nieuw, hoewel zij nooit is opgehouden te bestaan.
Haar dagen en nachten waren lang; zij heeft haar volk en vorsten overleefd.
Dit zijn de huizen en de dorpen; maar waar zijn de oude inwoners gebleven? en diegenen die naar haar toekwamen?
Dit zijn de paleizen en de binnenplaatsen; maar waar zijn de Hamdanitische prinsen en dichters?
Zij zijn allemaal vergaan, maar de tijd van deze stad is nog niet voorbij.
Stad der wonderen! Zij blijft, maar haar koningen gaan.
Zij verdwijnen, maar haar vernietiging is nog niet bevolen.

8a (Medium) (2)
De prijs die Syrie tot dusver betaalde
In het hele land heeft ongekende en ongeremde vernietiging plaats gevonden van mensen en hun materiele bezittingen. De infrastructuur is deels verwoest. Het aantal doden wordt thans geschat op 37.000. Circa 18.000 mensen zijn “verdwenen“.
Amnesty spreekt in haar rapport Dodelijke detentie van “grootschalige, systematische vervolging van de eigen bevolking”.
Intussen zijn de musea in kleinere plaatsen, zoals Deir ez Zor, Raqqa, Qalat Jabar en Maarat an Numan en Hama al geplunderd.
Het NW van het land, Idlib en ruime omgeving is ontvolkt. De dorpen, die leefden van landbouw, waren voornamelijk bevolkt met Koerden, een groep waarmee het regime weinig op heeft.
En in Der’a ging de geheime dienst van huis tot huis en pakte honderden mannen op tussen de 15 en 40 jaar. Zij werden afgevoerd naar een sinister lot.
Nog decennia zal, ongeacht de afloop van dit conflict, de woede, het verdriet en de angst doorleven in Deraa en in heel Syrie, bij de getraumatiseerde bevolking.

Over de Arabische Lente hoor je niemand meer. 
Zoals een Syrische vriend bitter opmerkte: “Spring never came to Syria”.

*provinciestadje aan grens Syrie- Jordanie
** wijken van Damascus

 

najaar 2012